Voorgangers: ds Robert-Jan van Amstel, liturg ds Bartho Versteeg, prediking
Muzikale medewerking: Anne Drent, toetsen
Thema: “Is het te begrijpen?”
Bijbellezing: Marcus 8, vers 1 t/m 21 (NBV21)
Welkom & mededelingen || bloemengroet
Samenzang: “Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig”, vers 1, 2 en 3 (uit: Nieuwe Liedboek 2013, lied 275)
Groet van God
iedereen neemt weer plaats
Vervolg intochtslied met vers 4 en 5
Gebed tot God
Woord van troost en bemoediging: Psalm 25, vers 6 t/m 10 (NBV21)
6 Denk aan uw barmhartigheid, HEER, aan uw liefde door de eeuwen heen.
7 Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd, maar denk met liefde aan mij, HEER, omwille van uw goedheid.
8 Goed en rechtvaardig is de HEER: Hij wijst zondaars de weg,
9 wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor, Hij leert hun zijn paden te gaan.
10 Liefde en trouw zijn de weg van de HEER voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.
Samenzang: “Heer, wees mijn Gids”, vers 1 en 3 (uit: Johannes de Heer-bundel, lied 569)
Veertigdagenproject “Een nieuwe dag”
Projectlied: “Een nieuwe dag” (gezongen op de melodie van lied 215 Liedboek 2013)
kinderen gaan naar de Bouwplaats met het licht van de Paaskaars
Bijbellezing: Marcus 8, vers 1 t/m 21 (NBV21) (gelezen door ds Bartho Versteeg)
1 Toen er op een keer weer een grote menigte bijeen was, en ze niets meer te eten hadden, riep Hij de leerlingen bij zich en zei tegen hen: 2 ‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij Me en hebben niets te eten. 3 Als Ik hen met een lege maag naar huis stuur, raken ze onderweg uitgeput; sommigen zijn immers van ver gekomen.’ 4 Zijn leerlingen antwoordden: ‘Maar hoe zou iemand hen hier, in deze verlatenheid, van genoeg brood kunnen voorzien?’ 5 Hij vroeg hun: ‘Hoeveel broden hebben jullie?’ ‘Zeven,’ antwoordden ze. 6Hij zei tegen de mensen dat ze op de grond moesten gaan zitten; Hij nam de zeven broden, sprak het dankgebed uit, brak de broden en gaf ze aan de leerlingen om ze aan de mensen uit te delen, en dat deden ze. 7Ze hadden ook een paar kleine vissen bij zich; Hij sprak er het zegengebed over uit en zei dat ze ook de vissen moesten uitdelen. 8 De mensen aten tot ze verzadigd waren; de leerlingen haalden op wat er van het eten overschoot: zeven manden vol. 9 Er waren ongeveer vierduizend mensen. Toen stuurde Hij hen weg.
10 Meteen daarna stapte Hij met zijn leerlingen in de boot en vertrok naar het gebied van Dalmanuta. 11 Daar kwamen de farizeeën op Hem af, en ze begonnen met Hem te discussiëren. Om Hem op de proef te stellen, verlangden ze van Hem een teken uit de hemel. 12 Jezus slaakte een diepe zucht en zei: ‘Waarom verlangt uw soort mensen een teken? Ik verzeker u: aan mensen als u zal zeker geen teken gegeven worden!’ 13 En Hij liet hen staan, stapte weer in de boot en voer naar de overkant.
14 De leerlingen hadden vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. 15 Hij waarschuwde hen: ‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ 16 Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden. 17 Toen Hij dit merkte, zei Hij: ‘Waarom praten jullie erover dat je geen brood hebt? Begrijpen jullie het dan nog niet, en ontbreekt het jullie aan inzicht? Zijn jullie dan zo hardleers? 18 Jullie hebben ogen, maar zien niet? Jullie hebben oren, maar horen niet? Weten jullie dan niet meer 19hoeveel manden brood jullie hebben opgehaald toen Ik vijf broden brak voor vijfduizend mensen?’ ‘Twaalf,’ antwoordden ze. 20 ‘En toen Ik zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden brood hebben jullie toen opgehaald?’ ‘Zeven,’ antwoordden ze. 21 Toen zei Hij: ‘Begrijpen jullie het dan nog niet?’
Samenzang: “Ik sta voor U in leegte en gemis”, vers 1, 2 en 3 (uit: Nieuwe Liedboek 2013, lied 942)
Preek – thema “Is het te begrijpen?”
Samenzang: Psalm 42, vers 1, 2 en 3
Dankgebed en voorbeden
besloten met een gezamenlijk gezongen “Onze Vader”
DANKGEBED
VOORBEDEN
Samen ZINGEN we biddend het Onze Vader (Lied 1006 uit Nieuwe Liedboek).
Collecte
Kinderliedje: “Kijk daar, een metselaar”, vers 2 (uit: Evangelische Liedbundel, lied 455)
Slotzang (staande): “Leid mij Heer, o machtig Heiland”, vers 1, 2 en 3 (uit: Evangelische Liedbundel, lied 186a)
Heenzending en zegen van God
de zegen beantwoorden we na het amen van de voorganger met vers 2 uit lied 838 Liedboek 2013: